Dit is wat je moet weten over classificatie

De renners krijgen een classificatie op basis van de functionele impact die de beperking heeft op de prestatie. Er wordt dus gekeken naar de functionele mogelijkheden van de renner in kwestie.
Er zijn in totaal vier soorten fietsen: handbikes (H), driewielers (T), tandems (B) en reguliere wegfietsen (C), voor zowel de mannen (M) als de dames (W). Hieronder meer informatie over de verschillende klassen per fietscategorie.
Verschillende klassen
B – Tandem
Atleten met een gedeeltelijke of volledige visuele beperking rijden op een tandem met een piloot. Atleten worden ingedeeld in B1-3 en strijden samen in één B-klasse.
C - Bicycle
Atleten worden ingedeeld in klassen C1-5 en rijden op een standaard tweewielige fiets die aanpassingen kan hebben, rekening houdend met de beperking van een atleet.
H - Handcycle
Atleten die niet op een fiets of driewieler kunnen rijden, rijden op een handbike. Atleten ingedeeld in H1-4 rijden op een arm aangedreven handbike waarbij een liggende positie verplicht is. Atleten die zijn ingedeeld in de Handcycle klasse H5 rijden op een arm romp aangedreven handcycle vanuit een knielende/zittende positie.
T -Tricycle
Atleten in de klassen T1-2 kunnen niet fietsen op een tweewieler vanwege een gebrek aan evenwicht en/of ernstige beperkingen bij het trappen vanwege een neurologische beperking. Deze atleten rijden op een driewieler.
Het doel van classificatie
- Bepalen of een atleet in aanmerking komt voor competitie
- Atleten indelen voor competitie op basis van functionele mogelijkheden
- Impact van beperking op het resultaat van de competitie minimaliseren
Alles wat je moet weten over classificatie (video UCI)